Doordat men aan de buitenkant niet aan mij kan zien dat ik een chronische ziekte heb, krijg ik vaker te maken met onbegrip. Pas als ik iemand confronteer met mijn goedgevulde pillendoos schrikt iemand af. Men realiseert zich pas op dat moment dat het toch wel iets serieus is.
Niemand is perfect, iedereen heeft wel een imperfectie,zichtbaar dan wel onzichtbaar. Daar waar de buitenkant perfect lijkt, wordt onbegrip gecreëerd. Door middel van mijn collectie ‘imperfecte’ objecten gebruik ik het onbegrip als confrontatie.”
Een serie van twintig ‘imperfecte’ objecten, waarvan de buitenkanten vrijwel hetzelfde uiterlijk hebben. Daartegenover staat de binnenkant, die geïnspireerd is op de werking van het soort medicijn dat elk object heeft. Tegenover imperfectie staat perfectie. Er is één gouden object, de placebo.